Bij kritisch denken gaat het om het vermogen om zelfstandig te komen tot weloverwogen en beargumenteerde afwegingen, oordelen en beslissingen. Hiervoor zijn denkvaardigheden noodzakelijk, maar ook houdingsaspecten, reflectie en zelfregulerend vermogen.
Bij denkvaardigheden gaat het om: informatie te doorzien en op waarde te schatten, onjuistheden te signaleren en om een visie of mening tegen het licht te houden. Op basis daarvan kan een leerling beargumenteerd een eigen oordeel of standpunt bepalen of een beslissing nemen. Hierbij hoort een kritische houding, waarbij het gaat om het verlangen om goed geïnformeerd te zijn, de neiging om redenen en oorzaken te zoeken, ruimdenkendheid, respect voor standpunten van anderen en de bereidheid om die standpunten mee te wegen. Tenslotte zijn reflectie en zelfregulerend vermogen van belang: een kritisch denker onderzoekt bewust het eigen denkproces en stelt zo nodig zijn beslissing, opvatting of handeling bij.
De leerlijn over kritisch denken is uitgewerkt in zes kolommen, vier fasen met aanbodsdoelen en twee kolommen met voorbeelden. De eerste drie fasen zijn voor primair onderwijs en fase vier is bedoeld voor het voortgezet onderwijs. Om verschillen tussen vmbo en havo-vwo inzichtelijk te maken, worden bij de doelen van fase 4 voorbeelden gegeven die gerelateerd aan eindtermen van verschillende vakken.
Kritisch denken is een essentiële vaardigheid voor het onderzoeken en beoordelen van informatie, het bepalen van standpunten en het nemen van weloverwogen beslissingen. Kritisch denken veronderstelt analytisch denken en een open, onderzoekende houding. Dit is belangrijk voor zowel het verwerven van domeinkennis en –vaardigheden als voor persoonsvorming en burgerschap.
Onderwijs dat bijdraagt aan de ontwikkeling van kritische denkvaardigheid leert leerlingen na te denken over een onderwerp, vraag of probleem en dit eerst te analyseren voordat een mening wordt gevormd. Leerlingen worden uitgedaagd om hun eigen ideeën en die van anderen te toetsen en toe te passen.
Overzicht geraadpleegde bronnen.
Een leerling is een kritisch denker als hij nieuwsgierig is, goed geïnformeerd wil zijn en een open houding heeft. Hij is zich bewust van mogelijke persoonlijke vooroordelen en is bereid tot flexibiliteit en heroverweging. Hij zet zich in om relevante informatie te zoeken en juiste criteria te kiezen en streeft naar zorgvuldigheid bij het nemen van beslissingen.
Kritisch denken leren kan in alle vakken. Daarbij zijn domeinspecifieke kennis en vaardigheden essentieel: een leerling heeft inhoudelijke achtergrondkennis en vakvaardigheden nodig om er doordacht op te kunnen reflecteren. Kritisch denken vraagt om actieve participatie van leerlingen. Informatie kritisch interpreteren, analyseren, evalueren, concluderen en uitleggen leidt tot een beter begrip dan het op een passieve manier opnemen en reproduceren van informatie. Ook interactie tussen leerlingen (en tussen leerlingen en docent) is van belang voor de ontwikkeling van kritisch denken. Hierdoor leren zij gebruik te maken van kennis van anderen, open te staan voor andere meningen en deze mee te wegen in de eigen standpuntbepaling.
Een leeractiviteit is gericht op kritisch denken als gewerkt wordt met zinvolle taken, die leerlingen uitnodigen om kritische denkvaardigheden in te zetten en een onderzoekende, open houding aan te nemen. Een taak is zinvol als de leerlingen uitgedaagd worden om buiten hun eigen overtuiging te kijken en om daadwerkelijk een beargumenteerd oordeel te geven.
Leerlingen groeien in kritisch denken door een opbouw in de complexiteit van taken. De complexiteit kan variëren op basis van een aantal factoren, zoals de context (concreet of abstract, meer of minder leerlingnabij), de formulering, het aantal denkstappen, de mate van sturing en begeleiding en het al dan niet een beroep doen op voorkennis. Door aandacht voor reflectie en zelfregulerend vermogen kunnen leerlingen zich bewust ontwikkelen in de denkvaardigheden en de houdingsaspecten.
Onderstaande aspecten van kritisch denken moeten in samenhang aangeboden worden, alleen werken aan de deelvaardigheden leidt niet automatisch tot kritisch denken. Het is geen stappenplan, maar een overzicht van aspecten waaraan bij de vormgeving van lesactiviteiten en taken ten behoeve van kritisch denken gedacht kan worden.
Kritisch denken
De leerling…
Interpreteren
Kan een onderwerp met eigen kennis en nieuw verworven informatie duiden
Analyseren
Kan benodigde informatie verwerven, ordenen en structureren
Kan gevonden informatie beoordelen op bruikbaarheid, betrouwbaarheid en representativiteit
Kan betekenisvolle vragen stellen
Evalueren
Kan (vakinhoudelijke) argumenten of criteria gebruiken voor een waardering van of mening over een onderwerp
Kan belangen van mensen of groepen onderscheiden en brengt deze in verband met een ingenomen standpunt
Kan zich verplaatsen in opvattingen, waarden en motieven van anderen
Kan opvattingen, waarden en motieven van anderen vergelijken met die van zichzelf
Kan ingenomen standpunten herkennen
Kan vooroordelen herkennen
Concluderen
Kan conclusies trekken op basis van alle relevante informatie
Kan aangeven welke consequenties volgen uit de conclusies
Accepteert kritiek van anderen en weegt die kritiek
Uitleggen / beargumenteren
Kan de conclusie beargumenteren of onderbouwen
Kan uitleggen hoe het uiteindelijke oordeel tot stand is gekomen
Houding
Heeft een onderzoekende houding
Wil goed geïnformeerd zijn
Heeft vertrouwen in het eigen vermogen tot redeneren
Staat open voor verschillende wereldbeelden
Accepteert dat iemand een andere mening kan hebben
Gaat respectvol om met de mening van anderen
Is zich bewust van mogelijke persoonlijke vooroordelen
Is zorgvuldig in oordelen
Is bereid om eigen zienswijzen te heroverwegen of te herzien