Digitale geletterdheid is het geheel van ICT-basisvaardigheden, mediawijsheid, informatievaardigheden en computational thinking. Op deze pagina wordt ICT-basisvaardigheden verder toegelicht.
ICT-basisvaardigheden zijn de kennis en vaardigheden die nodig zijn om de werking van computers en netwerken te begrijpen, om te kunnen omgaan met verschillende soorten technologieën en om de bediening, de mogelijkheden en de beperkingen van technologie te begrijpen. Het begrip computer wordt hier breed gebruikt, niet alleen als personal computer, desktop of tablet, maar elke technologie waarin een microprocessor is gebruikt die op basis van ingevoerde gegevens volgens een programma een aantal logische handelingen verricht met als uitvoer bepaalde algoritmes en tijdelijke opslag van gegevens.
Om goed te kunnen functioneren in de huidige en toekomstige samenleving is het belangrijk dat leerlingen beschikken over voldoende basiskennis om gebruik kunnen maken van verschillende vormen van technologie. Deze kennis heeft betrekking op de basisfuncties van computers en computernetwerken. Het gaat bijvoorbeeld om het kunnen benoemen, aansluiten en bedienen van apparaten waar computers in verwerkt zijn, om kunnen gaan met tekstverwerkers, spreadsheet- programma's en presentatiesoftware, kunnen werken met internet (browsers, e-mail) en het kunnen omgaan met beveiligings- en privacyaspecten. Door middel van deze kennis leert de leerling dat een computer niet een apparaat is dat zelfstandig gegevens genereert, maar dat zij zelf invloed kunnen hebben op de gegevens, de manier waarop deze gegevens in een computer terecht komen en de manier waarop de gegevens aan een gebruiker worden getoond. ICT-basisvaardigheden zijn daarmee nodig als onderlegger voor het geheel van digitale geletterdheid.
4 november 2019
Navigatie
ICT basisvaardigheden bestaat uit een aantal onderdelen:
Basisbegrip ICT: het kunnen benoemen van functies van computers en computernetwerken;
Infrastructuur: het kunnen benoemen, aansluiten en bedienen van hardware, het kunnen bedienen van verschillende apparaten en programma's en het kunnen opslaan en toegankelijk maken van informatie;
Standaardtoepassingen: het kunnen omgaan met standaard kantoortoepassingen en andere softwareprogramma's voor onder meer internetgebruik, beeldbewerking, samenwerking en betalingsverkeer;
Veiligheid: op de hoogte zijn van en kunnen omgaan met beveiligings- en privacyaspecten in het kader van persoonlijke en financiële gegevens.
Iemand beschikt over ICT basisvaardigheden als hij/zij basisbegrippen en functies van computers, computernetwerken, gegevensoverdracht en softwaretoepassingen kan benoemen en daar in verschillende interactievormen mee om kan gaan. Daarbij gaat het om het bedienen van de computer en bijbehorende standaard kantoortoepassingen en softwareprogramma's voor onder meer internetgebruik, beeldbewerking, samenwerking en betalingsverkeer. Daarnaast heeft hij/zij een basisbewustzijn van beveiligings- en privacyaspecten in het kader van persoonlijke en financiële gegevens.
Hieronder zijn de voorbeeld leerdoelen weergegeven voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De leerdoelen voor basisonderwijs, onderbouw vo en tweede fase zijn te vinden in de leerlijnen digitale geletterdheid.
ICT basisvaardigheden
De leerling…
Basisbegrippen ICT
Kan basisbegrippen en functies van computers en computernetwerken benoemen
Kan onderdelen van een computer en hun functie benoemen
Kan onderdelen en hun functie van een computernetwerk benoemen
Infrastructuur technologie
Kan apparaten aansluiten, bedienen en onderdelen benoemen
Kan afhankelijkheden in de infrastructuur uitleggen en de relatie tussen onderdelen benoemen
Kan financiële consequenties van het gebruik van technische infrastructuur inschatten
Kan uitleggen waar eigen informatie is opgeslagen is en hoe deze toegankelijk is
Kan verschillende interactievormen gebruiken om apparaten en programma's bedienen
Kan verschillende navigatievormen benutten
Kan openbaar toegankelijke relevante en bruikbare informatie ontsluiten en delen
Kan persoonlijke informatie lokaal en op afstand bewaren, ordenen, ontsluiten en delen
Standaardtoepassingen
Kan standaard kantoortoepassingen effectief en efficiënt gebruiken
Kan effectief en efficiënt een tekstverwerker gebruiken op basis van vooropgestelde criteria
Kan effectief en efficiënt een spreadsheet en database gebruiken op basis van vooropgestelde criteria om gegevens te ordenen en berekenen
Kan effectief en efficiënt presentatiesoftware gebruiken op basis van vooropgestelde criteria voor weergave
Kan effectief en efficiënt beeldbewerking software voor video's en foto's gebruiken op basis van vooropgestelde criteria
Kan effectief en efficiënt communicatiesoftware waaronder e-mail en video gebruiken op basis van vooropgestelde criteria voor samenwerking
Kan online betalingsverkeer regelen en kan op basis van vuistregels een passende vorm van online betaling kiezen
Kan internettoepassingen zoals browser en e-mail effectief en efficiënt gebruiken
Veiligheid
Kan de relatie tussen accounts, privacy en persoonlijke informatie aangeven
Kan eigen beveiligings- en privacyaspecten van internetgebruik voor zichzelf en voor anderen benoemen
Kan op basis van vuistregels eigen veiligheid rondom betalingsverkeer inschatten
Kan beoordelen of informatie logisch, consistent en realistisch is
Kan representatie van gegevens op consistentie beoordelen